13-06-2018
Jac van Beek, bestuursvoorzitter namens werkgevers, droeg per 1 april na meer dan 25 jaar het VLEP-bestuurdersstokje over aan Jaap Schepen.
Jac heeft in zijn bestuurlijke periode bij VLEP heel wat pensioenontwikkelingen meegemaakt. “Toen ik in 1986 in het bestuur van VLEP zitting nam wist ik al wel wat van pensioen, maar er kwam steeds meer bij kijken. Het is eigenlijk allemaal steeds ingewikkelder geworden”. Door wet- en regelgeving moeten bestuurders aan steeds strengere eisen voldoen. “Ik vind dat aan de ene kant natuurlijk goed, maar ik heb af en toe ook het gevoel dat ik meer bezig bent met ‘de regeltjes’ dan waar het eigenlijk allemaal om draait…’onze pensioendeelnemers’. En dat vind ik wel jammer. Tot een tiental jaar geleden besteedde je ongeveer 26 dagen per jaar aan je taak als voorzitter, nu is dat minimaal 2 dagen per week.” Jac is er trots op dat het pensioenfonds door de jaren heen gegroeid is. “Dat is gunstig, want zo kunnen we de kosten per deelnemer lager houder”. “Ik hoop dat de rentestanden zich herstellen en daarmee de dekkingsgraad van ons pensioenfonds stijgt, dat maakt het besturen van een pensioenfonds een stuk plezieriger en dat gun ik mijn opvolger van harte.”
Jaap heeft al behoorlijk wat ervaring in de pensioenwereld. Ook hij heeft de afgelopen jaren gemerkt dat er steeds meer regelgeving is gekomen. “Het mooie aan pensioenfonds VLEP vind ik dat VLEP daar heel praktisch mee omgaat. Wat moet, dat moet, maar verder geen gekke fratsen of onnodige kosten. Bij alles wat besloten wordt, wordt gekeken naar de pensioendeelnemers. Daar sta ik volledig achter”, aldus Jaap. Jac kende vele aangesloten bedrijven van binnen en van buiten. Jaap niet, doordat hij niet in één van de sectoren gewerkt heeft. “Dat heeft zo zijn voordelen en nadelen, maar ik heb sinds april al meerdere bedrijven bezocht en ben van plan nog meer bedrijven te bezoeken. Ik wil graag horen wat er leeft bij onze deelnemers én werkgevers”.
Jac, inmiddels de 70 gepasseerd, is blij dat hij een deskundige opvolger gevonden heeft. Nu kan hij van zijn vrije tijd gaan genieten. Dat betekent dat hij nog druk blijft met een aantal vrijwillige bestuursfuncties, maar ook dat hij wat vaker kan gaan golfen en op vakantie kan gaan.