De nieuwe regels voor pensioen

• Pensioen sluit beter aan bij onze maatschappij en arbeidsmarkt
  We werken anders dan vroeger. We wisselen namelijk vaker van baan of starten een eigen bedrijf. De nieuwe regels voor pensioen sluiten beter aan op deze veranderingen.
• Uw pensioen gaat meebewegen met de beleggingsresultaten van het fonds
  Zijn er goede beleggingsresultaten? Dan zal uw pensioen sneller stijgen. Maar als het minder goed gaat met de economie, gaat uw pensioen ook sneller omlaag. Door een reserve wordt een daling zoveel mogelijk voorkomen.
• Pensioen wordt duidelijker en persoonlijker
  Het is voor veel mensen niet duidelijk hoeveel pensioen ze nu opbouwen. Straks ziet u beter hoeveel premie u en uw werkgever opzijzetten voor uw pensioen. En wat uw deel van de gezamenlijke pensioenpot (van het pensioenfonds) is. Deze regeling heet de premieregeling.

De nieuwe regels voor pensioen gelden sinds 1 juli 2023. Op deze datum ging de Wet toekomst pensioenen (Wtp) in. Alle pensioenfondsen in Nederland hebben tot 1 januari 2028 de tijd om hun pensioenregeling hierop aan te passen.

De nieuwe pensioenregeling is een zogenaamde solidaire premieregeling. Wat er anders is, hebben we voor u op een rij gezet. U kunt ook de animatie bekijken die uitleg geeft over de nieuwe regeling.

Klik hier voor een overzicht van wat er verandert en om de animatie te bekijken.

Een aantal punten van de nieuwe pensioenregeling blijven gelijk aan de regeling die geldt tot het moment dat we overgaan op 1 januari 2027. Deze hebben we voor u op een rij gezet.

In een solidaire premieregeling zijn er afspraken gemaakt over de inleg voor uw pensioen. Die inleg is het geld dat u samen met uw werkgever opzij zet voor uw pensioen. We noemen die inleg de premie. In de nieuwe regeling staat de hoogte van uw pensioen niet vast. Bekijk de animatie:

In de nieuwe regeling is het pensioen voor uw partner en kinderen als u komt te overlijden een verzekering. Na uw overlijden is er pensioen voor uw partner zolang deze leeft en voor uw kinderen tot 25 jaar.

Partnerpensioen in de nieuwe regeling

• Bij overlijden vóór de AOW-datum krijgt uw partner levenslang een partnerpensioen van 30% van het pensioengevend salaris dat u verdiende voordat u overleed. Net als bij het ouderdomspensioen wordt het bedrag hoger of lager. Als uw partner de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt, krijgt hij of zij er tot de AOW-leeftijd nog een bedrag bij. Dit bedrag is de helft van een uitkering volgens de Algemene nabestaandenwet van de overheid. Vanaf de AOW-leeftijd krijgt uw partner AOW van de overheid.
• Het partnerpensioen is een verzekering. Gaat u uit dienst en heeft u geen andere pensioenregeling? Dan loopt de verzekering voor het partnerpensioen maximaal 3 maanden door. Daarna kunt u het partnerpensioen nog 15 jaar vrijwillig verzekeren op eigen kosten. Heeft u een nieuwe baan met een pensioenregeling? Dan kunt u de verzekering stopzetten. Bij uw nieuwe werkgever is namelijk vaak weer een partnerpensioen verzekerd.
• Overlijdt u na de AOW-datum? De hoogte van het partnerpensioen is dan gebaseerd op uw pensioenvermogen. Op het moment dat u met pensioen gaat, bepaalt u samen met uw partner, de hoogte van het partnerpensioen. U kunt kiezen voor minder partnerpensioen en meer pensioen voor uzelf of andersom. Als u geen partner heeft, heeft u automatisch meer ouderdomspensioen. Als het partnerpensioen is ingegaan, kan het hoger en lager worden.

Wezenpensioen in de nieuwe regeling
Als u overlijdt, krijgt uw kind een wezenpensioen. Dit geldt voor kinderen tot 25 jaar. Een studieverklaring is niet meer nodig. Het kind krijgt een wezenpensioen van 20% van het pensioengevend salaris dat u verdiende voordat u overleed. Nu is dat 14% van het te bereiken pensioen. Als beide ouders zijn overleden krijgt het kind 40% van het loon. Gaat u uit dienst en heeft u geen nieuwe pensioenregeling? Dan loopt ook deze verzekering maximaal 3 maanden door. Net als het partnerpensioen kunt u de uitkering voor uw kinderen zelf blijven verzekeren als u uit dienst bent.

Nabestaandenpensioen uit huidige regeling gaat mee naar nieuwe regeling
Hebt u in de huidige pensioenregeling partner- en wezenpensioen opgebouwd? Dan wordt dit omgezet in nabestaandenpensioen volgens de nieuwe pensioenregeling. U raakt dit pensioen dus niet kwijt door de omzetting.

Als u arbeidsongeschikt wordt, bouwt u nog steeds pensioen op. De inleg wordt betaald door het pensioenfonds. U hoeft deze niet zelf te betalen. Bent u gedeeltelijk arbeidsongeschikt? Dan legt u voor het deel dat u nog werkt wel zelf geld in voor uw pensioen.