Wat betekent de vernieuwde pensioenregeling voor u?

  • Hoe hoog is de inleg?

    Net als nu legt u samen met uw werkgever 26 procent van uw pensioengrondslag in voor uw pensioen en voor de verzekering van het nabestaandenpensioen. Uw pensioengrondslag is het deel van uw salaris dat meetelt voor uw pensioen. De premie kan veranderen. Een gedeelte betaalt de werkgever en een gedeelte betaalt u zelf. Uw werkgever houdt het bedrag dat u inlegt in op uw bruto salaris, net als nu.

  • Wat krijgen mijn nabestaanden als ik overlijd?

    Partnerpensioen

    Als u overlijdt, krijgt uw partner een partnerpensioen. Uw partner krijgt deze uitkering elke maand, zolang hij of zij leeft. Het partnerpensioen is een verzekering. Gaat u uit dienst en heeft u geen andere pensioenregeling? Dan loopt de verzekering voor het partnerpensioen maximaal 3 maanden door. Daarna kunt u het partnerpensioen nog 15 jaar vrijwillig verzekeren op eigen kosten. Heeft u een nieuwe baan met een pensioenregeling? Dan kunt u de verzekering stopzetten. Bij uw nieuwe werkgever is namelijk vaak weer een partnerpensioen verzekerd.

    • Bij overlijden vóór de AOW-datum krijgt uw partner levenslang een partnerpensioen van 30 procent van het salaris dat u verdiende voordat u overleed. Net als bij het ouderdomspensioen wordt het bedrag hoger of lager Als uw partner de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt, krijgt hij of zij er tot de AOW-leeftijd nog een bedrag bij. Dit bedrag is de helft van een uitkering volgens de Algemene nabestaandenwet van de overheid. Vanaf de AOW-leeftijd krijgt uw partner AOW van de overheid.
    • Bij overlijden na de AOW-datum bepaalt u zelf de hoogte van het partnerpensioen. Op het moment dat u met pensioen gaat, kunt u samen met uw partner kiezen voor minder partnerpensioen en meer pensioen voor uzelf. De hoogte daarvan is gebaseerd op het persoonlijk pensioenvermogen. Als u geen partner heeft, heeft u automatisch meer ouderdomspensioen. Als het partnerpensioen is ingegaan, kan het hoger en lager worden.


    Wezenpensioen

    Als u overlijdt, krijgt uw kind een wezenpensioen. Dit geldt voor kinderen tot 25 jaar. Het kind krijgt een wezenpensioen van 20 procent van het salaris en dat u verdiende voordat u overleed. Nu is dat 14 procent van het te bereiken pensioen. Als beide ouders zijn overleden krijgt het kind 40 procent van het loon. Gaat u uit dienst en heeft u geen nieuwe pensioenregeling? Dan loopt ook deze verzekering maximaal 3 maanden door. Net als het partnerpensioen kunt u de uitkering voor uw kinderen zelf blijven verzekeren als u uit dienst bent.

     

  • Hoe worden schommelingen opgevangen?

    Als het nodig is, vult de solidariteitsreserve verlagingen van pensioenen aan. Het pensioenfonds gaat verlagingen ook spreiden over meer jaren, zodat ze per jaar kleiner worden.

  • Welke vergoeding komt er voor oudere deelnemers?

    Gaat u bijna met pensioen? Dan maakt de overstap naar de nieuwe regeling niet zoveel uit, want u heeft het grootste deel van uw pensioen al opgebouwd.

    Bent u tussen de 28 en 68 jaar, dan kunt u nadeel hebben van de overstap naar de nieuwe regeling. De organisaties van werkgevers en werknemers hebben daarom afgesproken dat er voor deze groep een vergoeding komt. De hoogte van de vergoeding verschilt per leeftijdsgroep, afhankelijk van het nadeel dat deze groep heeft. De vergoeding wordt in één keer toegevoegd aan het persoonlijk pensioenvermogen. Of het pensioenfonds de vergoeding (volledig) kan uitkeren, hangt af van de economische situatie en de dekkingsgraad van het fonds

  • Hoe pakt de vernieuwde pensioenregeling uit voor de verschillende groepen?

    Alle leeftijdsgroepen gaan erop vooruit in de scenario’s die het meest waarschijnlijk zijn.